zondag 3 maart 2013

Sydney, de half verdronken Blue Mountains en door naar het binnenland

Bij deze dan weer een enigszins klamme aflevering van onze avonturen. We zitten in de Blue Mountains, alwaar het al drie dagen pijpestelen regent, maar daarover zometeen meer. Laat ik eerst beginnen bij het eindpunt van de vorige keer: Sydney. Maandag na aankomst was het zo ongeveer tijd om te gaan slapen. We hadden een hele kleine kampeerplek, maar gelukkig konden we de volgende dag een iets grotere plek regelen. Nadat we dat gedaan hadden moesten we met ons Spaceship langs de garage om een aantal mankementen te laten verhelpen. De rit door Sydney was een hele ervaring; ik was erg blij dat Joost achter het stuur zat in plaats van ik. Uiteindelijk kostten de reparaties de rest van de ochtend, waardoor we pas in de loop van de middag Sydney konden gaan bewonderen. We hadden een dagpas voor het openbaar vervoer gehaald, en gingen met de trein richting het centrum. Ons doel was de Art Gallery of New South Wales, midden in de Botanische tuinen. Tegen de tijd dat we er waren was er niet zoveel tijd meer om rond te kijken, maar dat vonden we geen drama; we hebben een aantal mooie schilderijen van Australische landschappen bewonderd en een blik geworpen op de Aboriginal kunst. Daarna een wandeling door de botanische tuinen gemaakt, die erg mooi zijn en ook heel erg groot. Er woont een kolonie ibissen die zich best op de foto willen laten zetten. Via de tuinen kwamen we bij het welbekende Sydney Opera House, dat uitgebreid op de foto werd gezet. Dan door naar Circular Quay, waarvandaan alle ferries vertrekken naar de woonwijken die aan de enorme haven van Sydney grenzen. Voor het avondeten vonden we een leuk klein Chinees vegetarisch restaurantje vlakbij het Chinatown van Sydney. Daarna doorgewandeld naar Darling Harbour, een nogal toeristisch stukje Sydney dat 's avonds nog druk is met uitgaanspubliek. Ze hebben er zelfs een Madame Tussaud's :-). Maar het is vooral leuk om langs het water te lopen en mensen te kijken. Vanaf Darling Harbour gingen we met de ferry in het donker terug naar Circular Quay, wat toch wel een beetje romantisch is, samen op de voorplecht. Sydney Harbour Bridge is ook mooi verlicht in het donker. Daarna was de dag wel enigszins op, dus gingen we met de trein terug naar de camping.

Woensdag gingen we naar Manly, een wijk/suburb van Sydney die zowel aan Sydney Harbor als aan de oceaan ligt, op een smalle landtong die de noordgrens van Sydney Harbor vormt. De tocht erheen ging per ferry en was alleen al wel de moeite waard: uitzicht over de haven en mooie kliffen aan de rand daarvan. In Manly aangekomen even bij het strand aan de oceaanzijde gekeken naar wat surfers die helaas niet heel actief waren (net als de golven), en toen besloten dat we geen zin hadden te gaan zwemmen in het kleine stukje waar dat toegestaan was die dag. Blijkbaar was de uitgaande stroming erg sterk. In plaats daarvan gingen we wandelen naar North Head, de noordelijke grenspunt van Sydney Harbor. De wandeling ging langs stoere kliffen aan de oceaankant, een verassend stukje moeras bovenop de klif, en een oud militair complex dat inmiddels verlaten was. Afwisselend en interessant dus. Het uitzicht vanaf Fairfax Lookout op het uiterste puntje was fantastisch, je kon de golven aan het andere uiteinde van de haven tegen de kliffen zien opspatten. Onderweg zagen we nog een aantal water dragons, een hagedis/leguaan achtige van iets van 70 centimeter lang. Na de wandeling en wat avondeten weer terug met de ferry en met de trein weer naar de camping.

De volgende dag gingen we door naar de Blue Mountains. Dit is een erg mooi wandelgebied waar ik eerder geweest was, met steile kliffen, watervallen en bos daar overal omheen. Maar hier bleek het weer toch tegen ons. Het voorgaande weekend had men hier al een keer noodweer gehad, wat had geleid tot onder andere twee aardverschuivingen rondom een van de meest populaire wandelgebieden. Er bleef dan op zich nog genoeg over, maar toen we aankwamen op onze camping in Blackheath begon het zo ongeveer al te regenen... Om drie dagen lang zo ongeveer niet meer te stoppen. Dat verknoeit dan ook meteen de uitzichtspunten, want de wolken hangen dan laag in de vallei waardoor je van bovenaf (waar de dorpjes en de uitzichtspunten zijn) alleen nog maar een grijze muur voor je ziet. We hebben de rest van donderdag en vrijdag dan maar gebruikt om rustdag te houden, foto's uit te zoeken en wat spelletjes te spelen. Zaterdag toch maar wat gaan wandelen, gezien het iets minder hard regende. De eerste poging was de zogenaamde Grand Canyon wandeling bij Blackheath zelf. Je daalt daarbij van de hoogvlakte af een diepe kloof in, om vervolgens door die kloof te wandelen en verderop weer naar boven. Er was een kans dat het water in de kloof nog laag genoeg stond, dus wij naar beneden om te kijken. Dat was al een mooie wandeling op zich, maar je kon al zien dat echt overal water langs naar beneden stroomde. En inderdaad: beneden aangekomen bleek het stroompje veranderd in een snelstromende rivier, en oversteken was niet echt meer haalbaar, zeker gezien ik wist dat de kloof verderop nog smaller werd, en het water daar dus waarschijnlijk alleen maar hoger zou staan. Dus maar dezelfde route terug omhoog.

Daarna gingen we door naar Leura, een schattig dorpje met leuke kunstgallerijen en maffe kadowinkeltjes. Daar wat rondgewinkeld, en toen door naar het wandelgebied bij de Leura Cascades. Dat bleek zwaar de moeite waard, ook al zijn we kletsnat geregend: de cascades waren enorm gegroeid door de grote hoeveelheid regen, en stortten zich met oorverdovend geweld de helling af. Het pad ernaast was veranderd in een mini-bonus-cascade, dus droge voeten houden lukte niet echt, maar het was een magnifiek gezicht. We zijn nog een stukje verder naar beneden gelopen naar de voet van de Bridal Veil Falls, waar de Leura Cascades zich uiteindelijk van de klif afstorten in een echte waterval, en ook deze was spectaculair groot door de regen. De auto was op de terugweg zo vochtig dat we met de voorruitverwarming aan en de ramen open moesten rijden om nog wat te zien door de condens heen!

Zondag/vandaag hadden we het toch echt wel gehad met de regen, en besloten we na twee stops in Katoomba door te rijden op zoek naar zonniger oorden. De stops in Katoomba (min of meer de hoofdstad van de Blue Mountains) bleken ook tevergeefs: de scenic railway, het steilste spoorweggetje ter wereld, bleek dicht voor verbouwing, en het bekendste uitzichtpunt bij Echo Point naar de Three Sisters rotsformatie bleek opgegeten door nog steeds laaghangende bewolking.

Gezien de weersvoorspelling langs de kust nat bleef, en er daar nog aardig wat overstromingen schijnen te zijn, besloten we toen van de meer standaard route af te wijken en een binnenlandse route naar het noorden te gaan volgen. Het doel was het plaatsje Coonabarabran, dat lag in de buurt van Warrumbungle National Park. Helaas tipte Ingrid ons dat daar zware bosbranden zijn geweest, en het park is tot nader order dicht. Maar we zijn niet voor een gat te vangen: er is hier nog meer wandelgebied in de buurt, en daar gaan we morgen eens een kijkje nemen. We hebben hier en daar de toeristische route gereden, en bij toeval nog een hele stoere wandeling gedaan door een kloof van de Goulburn River. De plek heet 'The Drips' (de vallende druppels), en als je er bent snap je waarom: enorme overhangende rotsen waar het water van bovenaf naar beneden druipt. Een erg geslaagde pauzeplek! Tijdens het laatste stukje rijden kwamen we nog wat mini overstromingen over de weg tegen, dus ook hier heeft het blijkbaar hard genoeg geregend, maar voor nu is het gelukkig droog :-).

 

1 opmerking:

  1. Hi Hi.
    Hoop dat het snel weer ophoud met regenen.
    Zag ineens dat Joost allemaal foto`s geplaatst heeft. Lekker wakker, zullen we maar zeggen. Vet cool om zo mee te kunnen genieten van jullie mooie reis!
    Groetjes
    Jeroen en Elske

    BeantwoordenVerwijderen